Een pauzedag na de beklimming en een paar verrassend mooie dagen daarna

9 maart 2017 - Lonquimay, Chili

7 en 8 maart De tocht naar de top van de vulkaan en terug voel je wel in je benen. Niet eens zo zeer spierpijn, maar gewoon overal wel iets. Het idee was om in de late middag naar een warme bron te gaan in de buurt, maar uiteindelijk kwam het daar niet van. Eerst moest ik een tandarts vinden om mijn deels afgebroken kies te herstellen. Daar keek ik niet naar uit, maar was noodzakelijk. Navraag leverde een, volgens zeggen, goede tandarts in Pucón op. Na een ontbijt, je weet nooit of het je laatste zal zijn, naar de tandarts. Direct geholpen, geen patiënt vóór mij. Het 'oeioeioei' toen ik mijn mond open deed maakte me pas echt zenuwachtig. Toch heeft hij snel en vakkundig (zullen we laten checken als ik terug in NL ben) de hoek hersteld met modern materiaal. Geen pijn, maar een lui dagje bijkomen is ook wel eens lekker. In het zonnetje een boek lezen bijvoorbeeld. De lucht was ernstig aan het betrekken, maar regen bleef uit. De campingbeheerder vroeg hoe regenbestendig onze tent was en dat hij wel een groot plastic had om te lenen. Uit voorzorg maar over onze (nieuwe, maar in regen niet geteste) tent gespannen en de auto vlak voor de tent gezet. 's-Nachts is de regen inderdaad hevig gekomen en we waren blij met de extra bescherming. In de ochtend onze spullen in de auto gekwakt en de lege tent met plastic en al naar de schuilhut annex kookgelegenheid getild om hem daar, droog, in te pakken. Vanwege de voorspelling van een aantal dagen aanhoudend slecht weer zijn we naar het noorden vertrokken. Niet via de hoofdwegen, want die zijn saai, maar via zo veel mogelijk onverharde wegen. Via Villaricca langs de noordkant van het meer en via Cunco en Melipeuco naar Icalma, vlak aan de Argentijnse grens, Liucura naar Lonquimay. Toen was het wel weer mooi geweest. Afwisselend zon en af en toe een bui, maar het was opnieuw een verrassend mooie route. Geen toerist te vinden en verder ook niet veel lokale bewoners. En toch is dit een prachtig gebied, met mooie meertjes, met zelfs strandjes en indrukwekkende bossen met bomen die we niet eerder hebben gezien. Zonder in de verste verte een natuurkenner te zijn was dit een gebied met unieke bomen. Zie de foto's. Blijkt ook inderdaad een beschermd gebied te zijn van deze boomsoort, de Araucania. We lezen eigenlijk altijd achteraf wat we gezien hebben en wat we eventueel ergens gemist hebben, haha. Veel leuker dan vooraf plannen en je hebt toch heel andere indrukken en interesses dan de boekjes. Op enkele plekken langs meertjes lijkt er wel toerisme te zijn, maar dan binnenlands en regionaal, in hun zomervakantie en die is inmiddels afgelopen. Aangekomen in een alleraardigst hostal in Lonquimay keken we met plezier terug op deze ongeplande en verrassend mooie rit.

9 maart regende het 's-morgens nog steeds hard, nadat het's-nachts ook flink tekeer was gegaan. We kiezen de momenten om in een hostal te slapen puur toevallig erg goed uit. Vrijwel altijd als we een hostal hebben gaat het regenen. Prima zo. Lekker langzaam aan gedaan en een mogelijke route en eindbestemming van de dag bekeken. Door de bergen, over  onverharde kronkelwegen, naar Los Angeles of misschien Chillán, waar de kans op zon en warmte groter is. Op het laatste moment zie ik na inzoomen op de digitale kaart OSMAnd (een aanrader voor iedereen) dat er een heel klein stuk weg ontbreekt in de bedachte route. Jammer, dan moeten we een soort rondje rijden van 100 kilometer tot weer bijna bij Lonquimay. Overslaan of niet? Nee dus, zou zonde zijn. Geen haast. Op pad in de regen. Richting de Biobio rivier, via Troyo, Villucura en Lolco (plaatsen met een naam, maar vaak niet meer dan 10 huizen) en dan afzakken naar de hoofdweg bij Malalcahuello. Dit zou een onvergetelijke dag blijken te worden. Allereerst gewoon een erg leuke slingerende weg, omhoog en omlaag, langs riviertjes en door bossen, met redelijke, slechte en erg slechte ondergrond. Maar ook wisselend van scherp rotsig, keien en grind tot zanderig en delen modder. We hebben erg weinig regen gehad tijdens de afgelopen 2 maanden, maar nu zijn de wegen en de gaten daarin met water gevuld en is het hier en daar glad door de modder. Onderweg over een brug bij een uitloper van een stuwmeer, met heel kenmerkende oevers en door natuurparken waarbij je hekken over de weg open en dicht moet maken om door te kunnen. Maar het mooiste van alles kwam verderop. Plotseling rijd je langs de rand van een bos en rechts naast je verschijnt langzaam een soort berg, parallel aan de weg, van lavapuin. Met een vorm alsof het een zand- en grindhandel is, door machines of een lopende band gestort. Op plekken staan alweer kleine bomen en we dachten dat het een paar honderd jaar oud zou zijn. Maar nee, het blijkt door een uitbarsting van de vulkaan Lonquimay te komen, kerst 1988, en is een soort stroom van puin geweest. Hoe verder we kwamen hoe zwarter het werd en steeds minder brokken en meer zand/gruis. Op een gegeven moment zagen we witte toppen in de verte en sneeuw op bomen aan de overkant van de vallei. Verse sneeuw van afgelopen nacht dus, toen het in het dorp regende. Verder en verder, steeds wat hoger slingerde de weg langs de rand van dit gebied. Op een gegeven moment leek het alsof we aan de binnenkant van een grote krater reden met links en recht van de weg een redelijk steile helling. En waar we voor de reis naar Patagonië op hadden gehoopt, door de sneeuw over een Andespas rijden, en wat nergens was gebeurd, gebeurde hier wél. Zo noordelijk en niet eens erg hoog, slechts 2000 meter ongeveer. Na een paar honderd meter door de sneeuw werd duidelijk dat het ook glad werd. En koud, nog slechts 2 graden. En ondanks onze hele goede banden met veel profiel werd het verraderlijk. Met slechts een halve meter om te glijden voor de onvermijdelijke val naar beneden, meer hoogte, bochten en een afdaling te gaan, terwijl het harder ging sneeuwen was de verstandige keuze om niet de nog ontbrekende 2,5 kilometer door te rijden, maar terug te gaan. Snik. 95 kilometer terug. Eerst nog een tijdje van dit ongelofelijke landschap genoten. Puur zwart-wit, zo ver je ook reikt. Glooiend. Leeg. Geen stipje kleur te ontdekken. Onwezenlijk. Puur geluk weer dat we dit gebied zo kunnen zien. Niet gewoon zwart in de zomer, zonder sneeuw. Niet gewoon wit door veel sneeuw in de winter. Maar half-half met een beetje verse sneeuw. Om met Churandy Martina te spreken: 'Ik ben blij man'.

Foto’s

1 Reactie

  1. Frans de Boer:
    17 maart 2017
    Tjonge jong, Dat zal wel heeel erg spannend zijn geweest daar op die weg. En dan beslissen om ipv 2,5 km door de sneeuw te ploegen, met alle risico's van dien, toch maar 95 km terug te rijden.
    Een tijdje de blog's niet kunnen lezen, maar nu weer even genieten de jullie verhalen.
    Sterkte met het vervolg.