Puerto Natales en de boottocht van Puerto Natales naar Caleta Yungay

25 februari 2017 - Caleta Yungay, Chili

Na de dagen in Torres del Paine zijn we 20 februari naar Puerto Natales terug gereden. Op de heenweg hadden we grotten van de Mylodon overgeslagen, maar op de terugweg konden we die niet overslaan. Het monument kent een paar grotten en een rotsformatie die de Duivels stoel wordt genoemd. De belangrijkste grot is ook meteen de grootste en is ruim 80 meter hoog en 200 meter breed. In 1885 ontdekt door een Duitse ontdekkingsreiziger. Hij vond relatief verse stukken huid van een onbekend dier. Later is ontdekt dat dit van de soort Mylodon was, van het formaat van een forse beer, dat tussen 10.000 en 13.000 jaar geleden is uitgestorven. De grot is indrukwekkend groot en is in een soort rotsformatie dat eigenlijk bestaat uit aan elkaar vast geklonterd grind. Best een raar idee om daarin rond te lopen, omdat je het idee hebt dat dit niet erg stabiel is. Er ligt ook allerlei los grind op de bodem en diverse brokken in en buiten rond de grot. Omdat we een beetje lui zijn hebben we alleen de hoofdgrot bezocht, een kopje koffie gedronken en doorgereden naar Puerto Natales. Bij het zoeken naar een hostal (het is er vrij fris en winderig), werden we naar een cabaña doorverwezen. Een prima klein huisje, met eigen keukentje en badkamer. Onze eerste cabaña. Overal in Chile worden ze aangeboden, maar ze zijn voor ons eigenlijk altijd te duur en meestal bedoeld voor langer verblijf met een gezin. Zeer sympathieke oude baas die er naast woont en we mochten de auto netjes achter een hek op het erf neer zetten. De 21e hebben we een beetje uitgerust, rondgehangen, uitgezocht waar de boot zou vertrekken en verder tijd verbrast. 's-Avonds dan eindelijk cordero asado gegeten, het alom aangeboden gerecht van lam dat opengesneden en opgerekt aan een ijzeren kruis langzaam schuin naast een houtvuur wordt geroosterd. De22e moesten we om 22 uur de auto op de boot zetten voor de afvaart op de 23e om 5 uur 's-morgens. Niet veel te doen die dag, dus maar naar de enige 2 uitzichtpunten rondom Puerto Natales gereden. Eéntje was niet echt de moeite waard door gebrek aan hoogte en gebrek aan een mooi uitzicht en de tweede, veel hogere kon je niet bereiken met de auto, omdat het privé gebied bleek te zijn en er een afgesloten hek voor de toegangsweg stond. Wél de moeite waard was een bezoek aan een oud koelhuis dat inmiddels voor een deel is omgebouwd naar een zeer luxe hotel met spa en gedeeltelijk in stand is gehouden als museum. Dit Frigorífico de Bories is door Engelsen in 1915 gebouwd en was een grote vleesverwerkende fabriek met koelhuizen. Schapen werden hier op grote schaal geslacht en het vlees werd ingevroren voor verscheping naar vooral Europa. Een deel van de koelhuizen is omgebouwd tot een 5* hotel met restaurant en spa en een groot deel is gewaard gebleven en is nu een museum. De originele machines, eerst stoom en later aangevuld met elektrische turbines met het overgrote deel van de pijpen, ovens etc is gerestaureerd te zien. Ook de goten waardoor al het bloed en de slachtresten zo de zee in werden gegooid zijn er nog. De zee kleurde rood in die tijd.  Het hotel en restaurant zijn met zeer veel smaak architectonisch fraai ingepast. In het restaurant een flink tijdje heerlijk in lounche stoelen zitten internetten en van goede koffie en hapjes genoten. Grote verrassing dat de koffie er goedkoper was dan de meest smerige Nescafé oploskoffie op sommige andere plaatsen.  De 22e rond 22 uur de boot opgereden en vervolgens onze stoelen opgezocht waar we tot de 25e rond 2 uur 's-nachts op kunnen zitten en een beetje liggen. De boot kent alleen deze ligstoelen, zoals in een lange-afstand bus, 2 aan 2 in een lange rij. Dat wordt een beetje afzien. Om 5 uur in de ochtend zijn we gaan varen. Later aan de kapitein gevraagd naar het waarom van deze vertrektijd en dit is vanwege de verplichting om bepaalde smalle doorvaarten in de fjorden bij daglicht te moeten uitvoeren en vanwege de stromingen. De tocht van 2 dagen en nachten was fraai, hoewel het de eerste dag erg bewolkt was. Doordat er veel door smalle fjorden wordt gevaren zie je wel vrijwel de hele tijd één of 2 oevers. De vergezichten op sneeuw getopte bergen waren er door de bewolking niet veel, maar toch is het een beleving om door dit gebied te varen. Door de kapitein wordt je af en toe gewezen op iets bijzonders, zoals de paar zeer smalle doorvaarten en een soort spookschip (een Braziliaans vrachtschip met suiker) dat de bemanning heeft proberen te laten zinken vanwege een fraude met de lading. Het laten zinken is mislukt, ondanks dat het water hier eigenlijk overal 100-en meters diep is. Toevallig niet op de bewuste plek en het schijnt dat het zelfs bovenop een ander gezonken schip ligt. Door de laag hangende bewolking was het voor ons echt een spookschip dat uit de mistflarden opdoemde. En dan met het speciale zonlicht van het moment, een prachtig schouwspel. Regelmatig gezellig gesproken met onder andere 4 zeer reislustige Argentijnse vrouwen, waarvan 3 gepensioneerd. Er werd verder ook netjes ontbijt, lunch en diner geserveerd, in kleinere groepen, in de eetruimte. Eenvoudige, maar prima maaltijden. De eerste nacht, dus voor vertrek was er live op TV het jaarlijkse zanggala van Viña del Mar. Blijkbaar nogal populair onder de Chilenen, reden waarom het geluid hard aan bleef staan tot, ik schat, een uur of 3 's-nachts. Met onder andere de fameuze Isabel Pantoja. Hieperdepiep. De tweede dag bereikten we Puerto Edén, wat lijkt op Caleta Tortél, maar armer en meer afgelegen en alleen per boot bereikbaar. Even de benen mogen strekken om vervolgens verder te varen. Rond 23 uur in Caleta Tortél aangekomen en ook hier even van boord. Het regende inmiddels pijpenstelen. En om 2.30 bij de eindbestemming aangekomen, het ons al bekende Caleta Yungay. Hier is niets, behalve een hutje voor koffie en koek, overdag open als de ferry vertrekt of aankomt. De auto moest van boord, maar we mochten tot een uur of 8 aan boord blijven liggen/slapen.

Foto’s